Overdenking
Overdenking
Herfstlicht en hoop
De herfst is een seizoen dat ons stil kan zetten. Na de uitbundigheid van de lente en de warmte van de zomer, komt er een tijd van loslaten. De bomen kleuren in diepe tinten rood, geel en bruin, en laten hun bladeren vallen. De dagen worden korter, het licht schaarser. In de natuur zien we hoe alles zich terugtrekt en voorbereidt op de winter.
Misschien herkennen we daar ook iets van in ons eigen leven. Er zijn momenten dat we moeten leren loslaten: geliefde mensen die ons ontvallen, plannen die niet doorgaan, gezondheid die achteruitgaat, verwachtingen die we bijstellen. Loslaten is niet eenvoudig – het voelt soms als een verlies van grip. En toch laat de natuur ons zien dat loslaten niet alleen verlies betekent, maar ook ruimte schept voor iets nieuws.
Want onder de kale takken en de lege velden gebeurt iets wat we niet zien. In de stilte en schijnbare doodsheid van de herfst en de winter, bereidt de natuur zich voor op nieuw leven. Wat vandaag verborgen blijft, kan morgen ontkiemen. Zoals Jezus zelf zegt: “Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen; maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht” (Johannes 12:24).
En juist in de donkerte van de herfst mogen we leren zien dat licht kostbaar is. Het zachte schijnsel van een kaars, een straal zonlicht door de wolken, een woord van troost of een gebaar van liefde: kleine tekenen die ons herinneren dat God nabij is.
Mogen wij in deze herfsttijd de moed vinden om los te laten wat voorbijgaat, de dankbaarheid om te zien wat ons gegeven is, en de hoop om uit te zien naar wat komt. Want de belofte staat: na de herfst en de winter komt er nieuw leven. En het licht, dat in de duisternis schijnt, blijft altijd.
Ds. E. van Veen
|