|
|
over de betekenis van de liturgische kleuren
over de betekenis van de liturgische kleuren
De kleur in de kerk staat in verband met het karakter van de dienst en komt tot uiting in het kleed /antependium op de avondmaalstafel en in de stola van de voorganger.
Wit is de kleur die zegt dat alles nieuw beginnen gaat en wordt gebruikt bij Pasen en Kerst en de eerste zondag daarna. Ook op Witte Donderdag en Stille Zaterdag.
Paars is de kleur van soberheid, ingetogenheid, bezinning, inkeer, boete en rouw en wordt gebruikt in de veertigdagentijd, Goede Vrijdag en de adventstijd.
Rood is de kleur die van vuur getuigt, van inzet en van vurige betrokkenheid en wordt gebruikt met Pinksteren en bij het bevestigen van ambtsdragers waaronder predikanten.
Groen is de kleur van hoop en verlangen en wordt gebruikt voor alle dagen in het jaar die over blijven.
| terug
|
|
|
|
|
|