|
|
PREEK 23 oktober 2016; Kerk voor het dorp II
PREEK 23 oktober 2016; Kerk voor het dorp II
Een bijzondere dienst. Daarom een korte overdenking. "Wat maakt Ruinerwold zo bijzonder?" Dat is het thema. En daarvoor heb ik een heel aantal sportverenigingen uitgenodigd die iets hebben verteld over hun club. De KIOS, de voetbal, de tennis. Sport verbindt mensen met elkaar. Dat doet de kerk ook. Of dat proberen we tenminste.
Vorig jaar had ik een oranje voetbal meegenomen. Daar zat een verhaal aan vast. Over een koning die een feest wilde geven in zijn paleis. De koning was de dominee en de kerk het paleis.
Maar er kwam niemand. Het was een beetje zielig verhaal. En verdrietig ging de koning wandelen in zijn tuin om een beetje vrolijk te worden. Toen rolde ineens die bal voor zijn voeten. Die was van een meisje dat aan het spelen was. En dat meisje vertelde dat er al een feest was. In het dorp. En zij nam de koning mee. Toen ontdekte de koning dat GOD van spelen houdt en niet alleen binnen de muren van zijn paleis.
Die bal heb ik dus weer bij mij. Die bal staat misschien symbool voor het geloof. De Geest van God, noemt de kerk dat. De bal is rond. Die doet niet altijd wat je wilt. Maar zonder bal heb je geen spel. Die bal is symbool voor het lot, voor het leven. Symbool voor wat je hebt, voor wat er gebeurt. En in de Bijbel heb je dan meneer Paulus, die dat alles vergelijkt met een wedstrijd. Winnen is het doel. Of dat niet eens. De finish bereiken. Op een goede manier. Dat is het belangrijkste. Er zijn regels. Spelregels. De Bijbel geeft ook wetten. Eerlijk leven. Houd het netjes. Doe wat van je gevraagd wordt. Maar geniet er ook van. Zie het leven als een spel. En dan weet je: Soms zit het mee, soms zit het tegen. Winnen of verliezen. Tranen van geluk of van verdriet. Maar doe mee. Blijf niet aan de kant staan.
Sporters proberen iets te bereiken. Geen geld, geen macht. Maar ik denk dat ze iets willen ervaren dat ze boven henzelf uittilt. Een overweldigend gevoel als het lukt. Samen of alleen. Momenten in een wedstrijd, of bij het hardlopen die diepe indruk maken. Toen hebben we iets beleefd, dat raakte aan het ‘ultieme’, het oneindige. Toen werd ik even boven mezelf uitgetild.
De kerk probeert dat ook. Dat je bijna raakt aan iets ‘hemels’. Iets dat boven het menselijke uit stijgt. Wij noemen dat God. En in de kerk proberen we dat niet te ervaren door sport, maar door de stilte, door het samen zijn, door een innerlijke rust te vinden, vertrouwen, geluk….
Heel af en toe lukt het. Maar het vraagt oefening. De steun ook van elkaar.
Paulus zegt (2 Tim. 4:7) Ik heb mijn best gedaan. Ik heb gevochten. Mijn opdracht uitgevoerd. En God heeft mij kracht gegeven. Nu wacht mij de beloning. Het is goed geweest.
| terug
|
|
|
|
|
|